- Geboren 27-04-1876 te Oldenzaal
- Overleden 27-11-1942 te Auschwitz, Polen – 66 jaar
- Z.v. Samuel Liefman Muller, koopman, en Sara Cohen
- Gehuwd in 1908 met Helene Aschoff
- Geboren 28-10-1880 te Horn-Hamm, Duitsland
- Overleden 27-11-1942 te Auschwitz, Polen – 62 jaar
- D.v. Abraham Aschoff en Fanni Grüneberg
- Geboren 02-07-1909 te Oldenzaal
- Overleden 04-06-1943 te Sobibor, Polen – 33 jaar
Muller, Nathan Albert (Albert)
- Geboren 22-07-1910 te Oldenzaal
- Overleden 14-10-1941 te Mauthausen, Oostenrijk – 31 jaar
De familie Muller kwam in mei 1871 met hun drie kinderen vanuit Enschede naar Oldenzaal. In Oldenzaal werden nog vijf kinderen geboren. Zus Emma overleed op jonge leeftijd. Zijn vader overleed in 1880, waarna zijn moeder in 1885 hertrouwde met Salomon Frankfort. Samen kregen ze dochter Johanna, waarna zijn moeder in 1902 en stiefvader in 1922 overleed.
Na hun huwelijk woonden ze eerst bij zijn stiefvader aan de 2e Eekteweg 1 te Oldenzaal. Sinds oktober 1920 woonden ze aan de Spoorstraat 1. Samen kregen ze vijf kinderen. Nathan was koopman, hij grossierde in zadels, lederwaren en bijbehorende artikelen. Zijn zoon Leo studeerde farmacie in Groningen. Hij had sinds 1939 een apotheek aan de Oldenzaalsestraat 143 te Enschede. waar hij ook woonde. Ook zijn zus Aaltje woonde hier met haar man. Leo had Multiple Sclerose en zat in een rolstoel. Albert studeerde in Groningen rechten. Hij had later als advocaat een eigen praktijk aan de Haaksbergerstraat te Enschede, maar bleef thuis wonen. Tijdens de oorlog zat hij in het verzet. Hij was lid van een hulporganisatie die Joden over de grens hielp en zorgde dat ze werden opgevangen.
Nathan en Helene kwamen op 18 november 1942 in kamp Westerbork. Ze gingen op 24 november op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze kort na aankomst werden omgebracht. Albert behoorde tot de Mauthausengroep, die zich in de nacht van 13 op 14 september 1941 in Enschede moest melden in verband met represaillemaatregelen. Ook Simon Frankenhuis, de man van zijn zus Aaltje, is hierbij weggevoerd. Beiden zijn na enkele weken in Mauthausen omgekomen. Leo was ondergedoken, maar hij kwam op 11 mei 1943 alsnog in kamp Westerbork. Hij ging op 1 juni op transport naar kamp Sobibor, waar hij na aankomst werd omgebracht.
Holocaustslachtoffers, de drie dochters Sara (Annie), Aaltje (Lies) en Roza (Lenie) zaten ondergedoken in Hoensbroek en hebben de oorlog overleefd. De man van Aaltje is omgekomen in Mauthausen. Zijn zus Antje met haar dochter en zus Elia met haar kinderen, en zijn halfzus Johanna zijn omgekomen. Zijn zussen Roosjen en Henriette hebben met deels hun gezin de oorlog overleefd. Broer Lion was net voor de oorlog overleden. Over zijn broer Abraham is verder weinig bekend. Van de familie van Helene is haar zus Rosa omgekomen, verder is er over de familie weinig bekend.
Joods monument en Stolpersteine te Oldenzaal.
Stolperstein voor Leo te Enschede.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.
Verhaal: Het droevig lot van apotheker Leo Muller
De woningen aan de Spoorstraat 1-3 waren in het bezit van Nathan Muller. Na de ontneming werden deze woningen op 1 april 1943 voor het gezamenlijke bedrag van 15.600 gulden verkocht aan E.W. van Gemert-Splitthoff. Er volgde rechtsherstel, waarna het perceel van ruim 52 are in kleinere delen door de dochters Muller werd verkocht. Een perceel grond van ruim 38 are werd in 1951 voor het bedrag van 12.700 gulden verkocht aan de gemeente Oldenzaal ten behoeve van de geplande Beatrixstraat. Een huis met loods, erf en tuin van bijna 11 are werd in 1953 voor 13.000 gulden verkocht aan Reef’s Aanneming en Handelmaatschappij N.V. uit Oldenzaal. Een klein stukje weg en erf werd toegevoegd aan Spoorstraat 9. De woning aan de Spoorstraat 9 was in het bezit van A.L.M.E. Frankenhuis-Muller (Lies), dochter van Nathan Muller. Na de ontneming werd deze woning op 13 augustus 1943 voor het bedrag van 7.000 gulden verkocht aan E.W. van Gemert-Splitthoff uit Enschede. Er volgde rechtsherstel waarna de woning, bestaande uit een winkel-/woonhuis met werkplaats en afzonderlijke garage met erf en grond, in 1954 door Lies Muller voor 18.000 gulden werd verkocht aan W.F ter Laak, garagehouder, uit Oldenzaal. De woningen aan de Bijvanckstraat 3-5 werden na de ontneming op 19 augustus 1943 voor het gezamenlijke bedrag van 2.350 gulden verkocht aan C.F.Z. Heidemann. Er volgde rechtsherstel, waarna de twee arbeiderswoningen met erf in 1953 door zijn dochter Lies Muller voor 2.000 gulden werden verkocht aan H.A. Olde Weghuis, caféhouder, uit Oldenzaal. Van de woning aan de Hofstraat 10 is niet bekend wat er na de ontneming mee is gebeurd, maar er volgde rechtsherstel. Dit huis met erf werd door zijn dochter Lies Muller in 1954 voor 2.000 gulden verkocht aan F.J. van Mook, manufacturier, uit Oldenzaal. De woning aan de Monnikstraat 24 werd na de ontneming op 30 maart 1943 voor het bedrag van 2.700 gulden verkocht aan J.B.H. van der Liet. Er volgde rechtsherstel, waarna dit huis met erf en grond door zijn dochter Lenie Muller in 1954 voor het bedrag van 4.500 gulden werd verkocht aan de gemeente Oldenzaal. Van het pand aan de Ootmarsumschestraat 23-25 is niet bekend wat er na de ontneming mee is gebeurd, maar er volgde rechtsherstel. Het dubbele woonhuis met werkplaats, erf en tuin werd door zijn dochter Annie Muller in 1963 voor het bedrag van 29.000 gulden verkocht aan J.C.C. Willemsen, aannemer, uit Oldenzaal. De woning aan de Steenstraat 5 werd op 1 februari 1943 voor het bedrag van 6.000 gulden verkocht aan R. Haagsma uit Workum. Er volgde rechtsherstel, waarna de woning met aanhoren, erf en tuin, in 1959 door zijn dochter Lenie Muller voor 16.000 gulden werd verkocht aan mevrouw H.M.M. van de Ven gehuwd met G.J. Deiman, manufacturier, uit Oldenzaal. De woning werd een jaar later doorverkocht aan kleermaker M.J. Schaepers uit Oldenzaal.
Verder waren er nog bezittingen in Noord-Berghuizen – gemeente Losser. Na het rechtsherstel waren in 1953 de diverse bezittingen onder zijn drie dochters verdeeld. Het horecapand aan de Hengelosestraat 274 te Noord-Berghuizen (De Eekte) werd na de ontneming (samen met het perceel aan de Eekte) op 13 september 1943 voor het bedrag van 3.350 gulden verkocht aan P. van Dijk uit Denekamp. Er volgde rechtsherstel, waarna het pand, bestaande uit café, woonhuis, erf, grond en schuur in 1952 door de erfgenamen voor 2.800 gulden werd verkocht aan B.J.F. Siemerink (Naatsboer), metaalbewerker, uit Noord-Berghuizen. Het café werd in 1988 verkocht aan G. J. Nijhof. Inmiddels is het café gesloten en afgebroken. Een perceel grond aan de Hengeloschestraat te Noord-Berghuizen (De Eekte en Elsmors) van ruim 44 are, bestaande uit bouwland, hakhout en bomen, werd na de ontneming (samen met het horecapand) op 13 september 1943 voor het bedrag van 3.350 gulden verkocht aan P. van Dijk uit Denekamp. Er volgde rechtsherstel, waarna het perceel in 1954 door zijn dochter Lenie Muller voor 1.250 gulden werd verkocht aan bakker J.F. Seiger, bakker, uit Noord-Berghuizen.
En bezittingen in Beuningen – gemeente Losser. Een perceel te Beuningen van ruim 68 are, bestaande uit een zomerhuisje, bos, hakhout, heide en dennen, werd na de ontneming op 4 oktober 1943 voor het bedrag van 1.000 gulden verkocht aan F. van der Hauw uit Enschede. Er volgde rechtsherstel, waarbij er tevens een vergoeding moest worden betaald voor het ondertussen afgebroken zomerhuisje. Het perceel werd in 1954 door zijn dochter Annie Muller voor 1.300 gulden verkocht aan J.H. Gilbers, aannemer en makelaar, uit Noord-Berghuizen. In het kader van de ruilverkaveling werd een klein gedeelte van de gronden in 1962 verkocht aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Verder bezat de familie nog woningen in Enschede. Een woning aan de Oldenzaalschestraat 143 was in het bezit van Samuel Liefman Muller. Na de ontneming werd deze woning, bestaande uit winkel, woonhuis en erf, op 16 april 1943 voor het bedrag van 5.500 gulden verkocht aan S.T. van Ommen uit Enschede. Er volgde rechtsherstel, waarna de woning in het bezit kwam van zijn zus Lenie, die hier voorheen al samen met haar broer woonde. De woningen aan de Volksparksingel 6-8 waren in het bezit van Nathan Muller, deze werden in 1940 aan zijn dochter Annie geschonken. Na de ontneming werden de twee woningen met werkplaats en erf op 9 juni 1944 voor het bedrag van 17.500 gulden verkocht aan C. Menger uit Enschede. Er volgde rechtsherstel, waarna de woningen weer in het bezit kwamen van Annie Muller.