- Geboren 02-07-1885 te Arnhem
- Overleden 05-11-1942 te Auschwitz, Polen – 57 jaar
- Z.v. Isaac de Leeuw, pettenmaker, en Katriena Gobas
- Gehuwd in 1912 met Henriette Rosenberg
- Geboren 18-08-1885 te Enschede
- Overleden 05-11-1942 te Auschwitz, Polen – 57 jaar
- D.v. David Rosenberg, koopman, en Mina Meijer
- Geboren 01-12-1912 te Oldenzaal
- Overleden 09-04-1943 te Sobibor, Polen – 30 jaar
Het gezin woonde aan de Waagstraat 8 (eerder Leliestraat genoemd) te Oldenzaal. Leendert was slager en caféhouder. De slagerij was op nummer 8 en het café op nummer 6. Ze woonden eerder aan de Ootmarsumsestraat. Hun dochter Catharina was enig kind, zij werkte als verkoopster bij de familie Holtel.
Leendert groeide op in Arnhem, hij was de oudste van de zes kinderen. Zijn vader overleed in 1888. Hij kwam in april 1908 vanuit Den Haag naar Oldenzaal, hij was toen slagersknecht bij Ruben Juda Kan. Henriette groeide op een groot gezin te Enschede, zij was uit het tweede huwelijk van haar vader. Haar moeder overleed in 1916 en haar vader in 1921. Een broer van Leendert was getrouwd met een zus van Henriette.
Het echtpaar De Leeuw gaf kort voor de deportaties een licht-paars tafelkleed in bewaring aan een bevriende familie in Oldenzaal. Zij zouden het na de oorlog komen ophalen. Het gezin is niet teruggekeerd. Het tafelkleed is steeds door de familie bewaard en in mei 2018 aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam overhandigd.
Leendert en zijn vrouw kwamen op 3-5 oktober 1942 in kamp Westerbork, waarschijnlijk kwam Leendert uit een werkkamp. Ze gingen op 2 november op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze kort na aankomst werden omgebracht. Hun dochter Catharina, hier Mimi de Leeuw genoemd, was samen met de Oldenzaalse Debora Hedeman ondergedoken in een hol in het Hoonesbos te Eibergen.
Ze werden verraden door degene die had meegeholpen met het hol. Hij werd vertrouwd omdat hij eerder een Joodse onderduiker onderdak had geboden. De Duitse S.D. deed hier op 27 maart 1943 een inval. Door het gerucht te verspreiden dat op de bewuste zaterdag in maart 1943 invallen zouden worden gedaan bij woningen op zoek naar onderduikers, zorgden de autoriteiten ervoor dat de Joden hun toevlucht zochten in de schuilplaats in het bos. Ook Catharina en Debora vluchtten vanuit hun onderduikadres naar het hol in het Hoonesbos. Er werden 22 Joodse onderduikers oppakte en afgevoerd, allen zijn omgekomen.
Catharina en Debora kwamen op 29 maart 1943 in kamp Westerbork en gingen op 6 april op transport naar het concentratiekamp Sobibor, waar ze na aankomst werden omgebracht.
Holocaustslachtoffer, evenals zijn vrouw en zijn dochter Catharine. Als ook zijn broers Arie, Michel en Abraham met deels hun gezinnen. Zijn moeder Katriena overleed in mei 1941 te Enschede. Zijn broer Mozes heeft met zijn gezin de oorlog overleefd, evenals zijn zus Betje met haar kinderen. Haar man werd omgebracht. Van de familie van Henriette zijn haar zus Carolina met haar man Michel, een broer van Leendert, omgekomen. Haar broers Bernard, Herman en Arie zijn voor de oorlog naar België vertrokken. Zij hebben waarschijnlijk de oorlog overleefd.
Joods monument en Stolpersteine te Oldenzaal.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.
* De burgemeester van Oldenzaal verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Catharina Mina de Leeuw, verkoopster, wonende in de Waagstraat 8 te Oldenzaal. Zij had zonder de daartoe vereiste vergunning haar woonplaats verlaten. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken. Als signalement werd gegeven: ‘lengte ong. 1,65 m., zwart haar, zeer groote oogen, ovaal vol gezicht, gezonde gelaatskleur, flinke verschijning’.
Algemeen Politieblad, nr 38, 24 september 1942, 1082, bericht 2001