U bent hier: Welkom » Alle Personen » Slachtoffers C t/m K » Gobas, Johanna geh. Schaap

Gobas, Johanna geh. Schaap

  • Geboren 21-10-1870 te Oldenzaal
  • Overleden 19-02-1943 te Auschwitz, Polen – 72 jaar
  • D.v. Arie Gobas, kramer, en Judick Marcus
  • Gehuwd in 1903 met Hartog Schaap

Het gezin Gobas woonde met hun zeven kinderen aan de Ootmarsumsestraat 19 te Oldenzaal. Ze woonden sinds 1861 in Oldenzaal. De ouders trouwden in 1864, waarbij de oudste kinderen gewettigd werden. Johanna werkte als dienstmeisje enkele jaren in Amsterdam, ook werkte ze in Rotterdam bij haar zus Aaltjen en in Roosendaal. Haar vader overleed in 1894 en haar moeder in 1908. Eind februari 1941 verbleef ze in Oldenzaal bij de familie Melammed aan de Boterstraat 5 te Oldenzaal.

Na haar huwelijk woonden ze in Hilversum, waar hun vier kinderen werden geboren. Hartog was toen slager. In 1912 vertrokken ze naar Amsterdam. In januari 1916 verhuisde ze met drie van haar kinderen en zonder haar man naar Oldenzaal, waar ze weer woonden aan de Ootmarsumsestraat 19. Enkele maanden later vertrokken ze naar Enschede, waar Johanna en zoon Adolf tot mei 1934 bleven wonen, tussendoor woonden ze nog kort in Lonneker. Van mei 1934 tot september 1935 woonde zij in Apeldoorn bij haar dochter Sara, waarna ze weer naar Enschede verhuisde. Daarna woonden ze bij hun dochter Julia en haar man in Den Helder, waarna ze in 1940 met hen mee verhuisden naar de Zeestraat 14 te Beverwijk. Johanna woonde al sinds 1916 niet meer samen met haar man, maar het huwelijk is nooit officieel ontbonden. Haar man leidde min of meer een zwervend bestaan en verdiende de kost onder andere als zanger. Johanna woonde bij haar zus Hendrika Melammed-Gobas in Oldenzaal toen ze in februari 1941 de aanzegging kreeg dat ze zo spoedig mogelijk gedwongen naar Amsterdam moest verhuizen. Daar woonde ze sinds januari 1943 aan de Transvaalkade 9a. Zoon Adolf woonde sinds 30 september 1942 in Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht het Apeldoornsche Bos.

Johanna kwam op 9 februari 1943 in kamp Westerbork. Ze ging op 13 februari op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze kort na aankomst werd omgebracht. Haar dochter Julia en haar zoon Israel kwamen al op 18 november 1942 in kamp Westerbork. Ze gingen op 13 april 1943 op transport naar kamp Sobibor, waar ze op 16-04-1943 zijn omgebracht. Zoon Adolf  kwam met een massatransport vanuit het Apeldoornsche Bos in kamp Auschwitz en is daar op 25-01-1943 omgebracht.

Holocaustslachtoffer, evenals zoon Adolf en dochter Julia met haar twee kinderen. Haar zoon Heijman met zijn vrouw en dochter Sara met één van haar kinderen overleefden de oorlog. Haar zus Hendrika en haar man zijn omgekomen. Haar zus Katriena overleed in 1941 te Enschede. Haar zus Aaltjen was net voor de oorlog overleden. Haar kinderen zijn omgekomen, waaronder Arie Blazer. Haar zus Helene overleed al in 1912, haar zoon Henri Menco is in Auschwitz omgebracht. Wat er met Hartog Schaap is gebeurd, is onduidelijk. Hij woonde tijdens de oorlog in een logement van het Leger des Heils. Is hij wel of niet op transport gegaan? Hij is daarna nergens terug te vinden, ook niet bij de slachtoffers.

Joods gedenkteken en Joods Namenmonument te Beverwijk.

Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.

* De huwelijken van haar kinderen waren niet al te stabiel. Zoon Hijman trouwde in 1934, echtscheiding in 1938. Dochter Julia trouwde in 1927 met Mozes de Groot, echtscheiding 1932. Ze kregen samen twee kinderen. Daarna hertrouwde ze in 1933 met Anthonius Meertens, dit huwelijk werd twee jaar later ontbonden. Tenslotte trouwde ze met Cornelis van Rooijen, echtscheiding 1941. Ze trouwde in 1942 opnieuw met hem, waarna het huwelijk begin 1944 opnieuw werd ontbonden.  Dochter Sara trouwde in 1932 met Jacob Groenberg en kreeg met hem een zoon. In 1938 volgde de echtscheiding, waarna ze in september 1940 hertrouwde met Pieter de Lught.  Zoon Adolf bleef ongehuwd.

 

Gobas-Johanna-geh.-SchaapSchaap-Gobas Johanna