- Geboren 31-08-1878 te Oldenzaal
- Overleden 27-11-1942 te Auschwitz, Polen – 64 jaar
- Z.v. David Moises Löwenstein, koopman, en Betje Cohen
- Gehuwd in 1927 met Betje Hofstede
- Geboren 13-03-1893 te Uitgeest
- Overleden 27-11-1942 te Auschwitz, Polen – 49 jaar
- D.v. David Hofstede, slager, en Kaatje van Thijn
Hartog woonde met zijn vrouw aan de Kloosterstraat 32 te Oldenzaal. Hij was handelaar in lompen.
Hij groeide op in een gezin met drie kinderen op A 451 te Oldenzaal. Zijn vader, geboren in Ahaus overleed in 1881. Zijn moeder was een geboren Oldenzaalse, zij overleed in 1908. Zijn broer Mozes was getrouwd met Sara de Lange, hij overleed in 1930. Hartog woonde samen met zijn zus Heintje aan de Kloosterstraat. Heintje overleed in 1926. Na haar overlijden trouwde hij met de veel jongere Betje Hofstede. Ze hadden geen kinderen. Hartog was naast lompenhandelaar ook opkoper van ook in konijnen- en hazenvellen.
Betje was de oudste van de drie kinderen Hofstede. Haar moeder overleed in 1914 en haar vader in 1926.
Hartog en Betje kwamen op 18 november 1942 in kamp Westerbork. Ze gingen op 24 november op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze kort na aankomst werden omgebracht.
Holocaustslachtoffers, evenals zijn schoonzus Sara Löwenstein-de Lange met haar kinderen. Van de familie van Betje is haar broer Raphael met deels zijn gezin omgekomen. Haar zus Henriette heeft de oorlog overleefd met één van haar kinderen. Haar man was reeds voor de oorlog overleden.
Joods monument en Stolpersteine te Oldenzaal.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.
Het pand aan de Kloosterstraat 32 (2 kamers en keuken) was in het bezit van Hartog Löwenstein en werd door hem bewoond. Het betrof hier een huis met erf. Het is niet bekend wat er na de ontneming mee is gebeurd, maar er volgde rechtsherstel. Namens de erfgenamen kwam er in 1954 een openbare veiling, waarbij de woning voor het bedrag van 1.975 gulden werd gekocht door G.H. Oude Essink, aannemer, uit Oldenzaal.
