- Geboren 23-01-1887 te Rijssen
- Overleden 05-02-1943 Auschwitz, Polen – 56 jaar
- D.v. Ruben de Lange, koopman, en Roosje Samuel
- Weduwe van Mozes David Löwenstein, slager
Ze woonde met haar dochter Betje tot mei 1942 aan de Wilhelminastraat 34 te Oldenzaal, tijdens de oorlog Peter Tonstraat genoemd. Haar man, een broer van Hartog Löwenstein, ging in april 1930 naar Apeldoorn, waar hij in december 1930 overleed.
Sara was van januari tot oktober 1907 dienstbode bij Harry Kan, daarna vertrok ze naar Delden. Ze werkte eerder als dienstbode in Borculo en Hengelo. Sara kwam uit een groot gezin in Rijssen, haar moeder overleed in 1934 en haar vader in 1936.
Ze trouwde in januari 1909 met Mozes Löwenstein. Samen kregen ze drie kinderen. Ze woonden eerder aan Op den Koem 35 en aan de Deurningerstraat. Haar zoon David was kort voor het overlijden van haar man naar Amsterdam verhuisd. Zoon Ruben woonde met zijn gezin in Oldenzaal. Sara en haar dochter Betje vertrokken in mei 1942 naar Amsterdam, waar ze woonden bij haar zoon David aan de Danie Theronstraat 4. Nadat dochter Betje en zoon David met zijn vrouw in Westerbork waren gekomen, verhuisde Sara in augustus 1942 naar de Nieuwe Kerkstraat 110 II te Amsterdam.
Sara kwam op 27-28 januari 1943 in kamp Westerbork en ging op 2 februari op transport naar kamp Auschwitz, waar ze kort na aankomst werd omgebracht. Haar dochter Betje en zoon David met zijn vrouw waren hier al op 20-09-1942 omgebracht. Haar zoon Ruben is op 10-10-1941 in Mauthausen omgekomen. Ook zijn vrouw en zoontje werden vermoord.
Holocaustslachtoffer, evenals haar dochter Betje en haar zoons Ruben en David met hun gezinnen. Als ook haar broers en zussen Gerrit, Rebekka, Aron en Josephina met hun gezinnen. Haar zus Mina was al in 1927 overleden. Ook haar man en dochter zijn omgekomen. Haar zus Melia heeft met haar man de oorlog overleefd. Van de familie van haar man is zijn broer Hartog omgekomen.
Monument op de Dam en Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.