- Geboren 28-06-1880 te Borculo
- Overleden 15-02-1942 te Amsterdam – 61 jaar
- D.v. Joseph Hartog, slager, en Mathilda Cohen
Babette woonde van juli 1892 tot november 1894 bij haar oom en tante Cohen-Hartog te Oldenzaal. Daarna vertrok ze weer naar Borculo. Het was dubbel familie, want broer en zus Hartog uit Borculo waren getrouwd met broer en zus Cohen uit Oldenzaal. Ook waren er enkele huwelijken bij de Hartogs met de familie Cutzien uit Oldenzaal.
Ze was de oudste uit een gezin met zeven kinderen. Haar vader overleed in 1918 en haar moeder in 1935. Babette bleef ongehuwd, ze woonde sinds april 1936 in Amsterdam. Sinds juli 1938 verbleef ze in het verpleeghuis van de Joodsche Invalide aan het Weesperplein 1 te Amsterdam. Hier is ze in februari 1942 overleden.
Het gebouw was in gebruik tot 1 maart 1943, toen 256 personen (verpleegden en personeel) werden gedeporteerd. Slechts enkele personen wisten te ontsnappen. Een groot deel van de gedeporteerden werd op 13 maart 1943 in Sobibor vermoord. Tijdens de bezetting zijn in totaal ruim 400 bewoners en hun verzorgers weggevoerd en vermoord.
Haar broers en zussen Sientje, Levie, Bertha, Grietje, Sallij en Joël zijn allen met hun gezinnen omgekomen.
Plaquette Joodsche Invalide te Amsterdam.
Monument op de Dam en Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.
