- Geboren 23-03-1906 te Hilversum
- Overleden 16-04-1943 te Sobibor, Polen – 37 jaar
- D.v. Hartog Schaap en Johanna Gobas
- Gehuwd geweest met Mozes de Groot en Anthonius Gerardus Meertens
- Gehuwd geweest met Cornelis van Rooijen
Julia woonde van eind januari 1923 tot juli 1924 bij haar oom en tante Melammet-Gobas aan de Boterstraat 3 te Oldenzaal. Daarna vertrok ze weer naar Enschede.
Haar ouders woonden na hun huwelijk in Hilversum, waar vier kinderen werden geboren. In 1912 vertrokken ze naar Amsterdam. Haa rouders hebben sinds januari 1916 niet meer samengewoond, maar zijn nooit officieel gescheiden. Vader leidde min of meer een zwervend bestaan en verdiende de kost onder andere als zanger. Toen haar moeder van januari tot mei 1916 met haar drie andere kinderen en zonder haar man in Oldenzaal woonde, verbleef Julia bij familie in Enschede. Daarna kwam ook de rest van het gezin naar Enschede.
Julia trouwde in juni 1927 met Mozes de Groot. Hij was koopman. Ze kregen samen twee zoons Ze woonden in Amersfoort en later in Zeist, samen kregen ze twee zoons. Het huwelijk werd in augustus 1932 ontbonden. Zoon Leezer bleef bij zijn vader wonen, die opnieuw trouwde en uit dat huwelijk nog een zoon kreeg. In oktober 1934 trouwde ze met Anthonius Gerardus Meertens. Hij was bierbrouwer. Ze woonden in Rotterdam. Dit huwelijk werd in mei 1935 ontbonden, waarna Julia naar Den Helder vertrok. Daar trouwde ze in maart 1936 met Cornelis van Rooijen. Waarschijnlijk kwamen haar moeder en broer Adolf al spoedig bij hen inwonen. Ze zijn later ook meeverhuisd naar de Zeestraat 14 te Beverwijk. Hier had ze samen met haar man een dansschool in het nu bekende pand Terpsichoré, tevens werden hier feesten en partijen gegeven. Eind 1939 werd het faillissement uitgesproken. Zij bleven op Zeestraat 14 wonen. In 1941 werd er alweer gedanst.
Ze waren in maart 1941 gescheiden, maar in april 1942 opnieuw getrouwd. Haar moeder was ondertussen naar haar zus Hendrika Melammed-Gobas in Oldenzaal vertrokken. Daar kreeg ze in februari 1941 de aanzegging dat ze zo spoedig mogelijk gedwongen naar Amsterdam moest verhuizen. Broer Adolf woonde sinds 30 september 1942 in het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht het Apeldoornsche Bos. Julia was al verdwenen naar kamp Westerbork, waarvan pas in 1949 bericht kwam van haar overlijden. Haar man had ondertussen de echtscheiding met Julia Schaap ‘zonder bekende woon- en verblijfplaats’ aangevraagd, waarop dit huwelijk in januari 1944 opnieuw werd ontbonden. Cornelis trouwde in mei 1944 met Alida Cornelia Nolting. Hij overleed in 1947.
Julia en haar zoon Israël kwamen op 18 november 1942 in kamp Westerbork. Ze gingen op 13 april 1943 op transport naar het concentratiekamp Sobibor, waar ze kort na aankomst werden omgebracht. Haar zoon Lezer kwam al op 6 september 1942 in kamp Westerbork, samen met zijn vader, stiefmoeder en halfbroer Abraham. Ze gingen op 7 september op transport naar kamp Auschwitz, waar Lezer op 10-09-1942 werd omgebracht. Ook de rest van dit gezin is omgekomen.
Holocaustslachtoffer, evenals haar kinderen Leezer en Israël de Groot, haar moeder en haar broer Adolf. Haar broer Heijman met zijn vrouw en zus Sara met één van haar kinderen overleefden de oorlog. Haar ex-man Mozes de Groot is samen met zijn tweede vrouw en zijn zoon uit een tweede huwelijk omgekomen. Wat er met haar vader is gebeurd, is onduidelijk. Hij woonde tijdens de oorlog in een logement van het Leger des Heils. Is hij wel of niet op transport gegaan? Hij is daarna nergens terug te vinden, ook niet bij de slachtoffers.
Joods gedenkteken en Joods Namenmonument te Beverwijk.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.