- Geboren 22-01-1918 te Hatert
- Overleden 14-08-1944 te Lahde-Minden, Duitsland – 23 jaar
- Z.v. Gerhard Hermann Olde Hengel, politie, en Maria Agten
Het gezin woonde met hun vier kinderen aan de Lyceumstraat 12 te Oldenzaal. Zijn vader overleed al in 1925. Henk volgde hier de Ambachtschool en werd daarna machinebankwerker.
Zijn dienstplicht vervulde hij als korporaal bij het 11e Regiment der Infanterie. Tijdens de mobilisatie verbond hij zich als beroepsmilitair aan het Korps Politietroepen. Op 14 maart 1940 werd hij geplaatst bij het detachement Politietroepen van het 11e Grensbataljon, dat de Maas-Waalstelling moest verdedigen. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ook Nijmegen binnen, zijn detachement blies de bruggen in Weurt op tijd op, conform de opdracht. Henk trok zich daarna met zijn eenheid terug en ging in juli 1940 met groot verlof.
Zoals vele oud-Politietroepers stapte ook Henk over naar de Marechaussee. In januari 1941 was hij gedetacheerd in Tubbergen, sinds november 1942 in Rijssen en sinds september 1943 in Apeldoorn. Hier was hij samen met collega Ton Bos in de kost bij de weduwe Gantvoort. Sinds begin mei 1944 werkte hij in Oldenzaal. Henk werd hier op 8 mei 1944 gearresteerd door zijn eigen opperwachtmeester, omdat hij in Apeldoorn – samen met collega Ton Bos – was veroordeeld voor illegale activiteiten. Ze hadden daar naar een Engelse zender geluisterd.
Henk en zijn collega kwamen op in 11 juli 1943 in kamp Amersfoort, bestemd voor de ‘Arbeitseinsatz’. Ze gingen op 28 juli op transport naar het Duitse Lahde bij Minden. Een klein kamp voor 600 tot 800 gevangenen, waar men doorgaans zo’n drie tot acht weken verbleef waarna tewerkstelling in de industrie volgde. Daar werden ze mishandeld en als dwangarbeiders tewerkgesteld bij de bouw van een krachtcentrale.
Henk is hier, volgens ooggetuigen na zware mishandelingen door de Duitsers, overleden. Zijn collega Ton Bos heeft de oorlog overleefd.
De plaats van zijn graf bleef onbekend tot zijn zus Wilhelmina het graf in 1953 lokaliseerde in het nabijgelegen Bierde.
Begraven: Ostarbeiterfriedhof te Bierde, herbegraven Nationaal Ereveld te Loenen, vak E nr. 654
Oorlogsmonument te Oldenzaal.
* Op 5 mei 1944 vond er bij de weduwe Gantvoort een inval plaats. Haar radio werd in beslag genomen en ze werd ondervraagd door korpschef Majoor De Buck en overgebracht het Huis van Bewaring te Arnhem. Ene Lientje (lid van de N.S.B.) had verraden dat bij Gantvoort iedere avond marechaussees kwamen die naar de Engelse zender luisterden, en ze had daarbij hun namen genoemd. Omdat er politiemensen bij betrokken waren werden de autoriteiten ingelicht, waarbij alleen de namen van Olde Hengel en Bos genoemd werden. Hij verklaarde later dit gedaan te hebben om niet het hele politiekorps in opspraak te brengen. Gewestcommandant Arnhem, luitenant-kolonel Feenstra (NSB) droeg De Buck op te zorgen voor arrestatie en ze in Apeldoorn in te sluiten. Via de Oldenzaalse burgemeester Weustink werd oppercommandant Den Hamer geïnformeerd. Olde Hengel moest zich op 8 mei melden in de marechaussekazerne, hij werd ontwapend, ingesloten en de volgende dag overgebracht naar Apeldoorn. Bos werd een dag later in Apeldoorn aangehouden. De ‘Ordungspolizei’ nam de zaak over en de twee werden ingesloten in het Huis van Bewaring te Arnhem. Op 11 juli kregen ze hun ontslag aangezegd en werden ze overgebracht naar kamp Amersfoort.
Mevrouw Gantvoort werd overgebracht naar kamp Vught en daar tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld. Bij thuiskomst trof ze een leeggeroofd huis aan. Ton Bos werkte tot zijn bevrijding in een vliegtuigfabriek te Nienburg a.d. Weser. Na terugkeer diende hij een klacht in tegen Feenstra. Het Bijzondere Gerechtshof te Arnhem veroordeelde Feenstra in andere aanklachten tot de doodstraf. Hij stierf op 29 augustus 1946 voor een executiepeleton. Lientje vluchtte op Dolle Dinsdag naar Duitsland. Bij terugkeer in Nederland werd ze gearresteerd en in 1948 tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. Ook De Buck was op Dolle Dinsdag gevlucht. Hij werd na de bevrijding gearresteerd en in 1948 in andere aanklachten tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1947 werd afdelingscommandant Den Hamer o.a. schuldig bevonden aan de arrestatie van Olde Hengel en tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld.* Bron: ‘De Engelsche zender’ door Henk G. Westland in Marechaussee Contact 2013-4