- Geboren 19-12-1880 te Amsterdam
- Overleden 14-05-1943 te Sobibor, Polen – 62 jaar
- Z.v. Aron van Collem, reiziger, en Rozetta Levisson
- Gehuwd in 1916 met Rachel (Jessurun) Cardozo
Levij was van augustus 1898 tot augustus 1900 slagersknecht bij Abraham Cohen te Oldenzaal, daarna vertrok hij naar Zwolle.
Hij groeide op in een gezin met vijf kinderen. Zijn vader overleed in 1907 en zijn moeder in 1929. Na zijn huwelijk begon hij een slagerij in Gouda, waar ze woonden aan Lange Groenendaal 38. Hij was sinds 1920 de enige kosjere slager in Gouda. Ze kregen samen twee kinderen. Hij was vice-voorzitter van de Nederlands Israëlische Gemeente. Door zijn functie kregen ze tijdelijk uitstel van transport.
Op 9 mei 1943 kwamen ze alsnog via kamp Vught in kamp Westerbork terecht. Ze gingen op 11 mei op transport naar het concentratiekamp Sobibor, waar ze kort na aankomst werden omgebracht. Hun dochter Rozita had ook uitstel van transport omdat ze secretaresse was bij de Joodse Raad, maar ook zij en haar man kwamen op 8 april 1943 in kamp Westerbork. Ze gingen op 13 april op transport naar kamp Sobibor, waar ze 16-04-1943 zijn omgekomen. Hun dochtertje Louise van een half jaar oud heeft de oorlog overleefd.
Holocausslachtoffer, evenals zijn vrouw en zijn dochter Rozita met haar man. En zijn zus Elisabeth met deels haar gezin. Zijn zoon Hans en de baby van dochter Rozita, als ook zijn zus Margaretha overleefden de oorlog. Zijn broer Isaac overleed in 1942 te Amsterdam, zijn gezin overleefde. Van de familie van zijn vrouw zijn vijf broers en een zus omgekomen. Twee broers en zus van haar overleefden de oorlog.
Joods monument en Stolpersteine te Gouda.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.