- Geboren 06-08-1885 te Amsterdam
- Overleden 24-09-1942 te Auschwitz, Polen – 57 jaar
- Z.v. Mozes Cardozo, vleeschhouwer, en Clara Bierman
- Weduwnaar van Esther Rood
Jonas werkte van april tot november 1902 als bakkersknecht bij Denz. Daarna vertrok hij weer naar Amsterdam.
Hij was de middelste uit een gezin met zes kinderen. Zijn vader overleed in 1921 en zijn moeder in 1924. Na zijn huwelijk in 1908 woonden ze in Amsterdam en vanaf 1932 in Venlo, waar zijn vrouw in 1939 overleed. Hij was vader van vijf kinderen, waarvan er één als baby overleed. Jonas woonde sinds december 1940 aan de Noorder Amstellaan 41 I te Amsterdam.
Jonas ging op 21 september 1942 op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar hij kort na aankomst werd omgebracht. Dochter Rebecca kwam op 20 juni 1943 in kamp Westerbork. Ze ging op 28 juni op transport naar kamp Auschwitz, waar ze op 02-07-1943 werd omgebracht. Zijn zoons Salomon en Maurits kwamen op 17 januari 1943 in kamp Vught. Ze gingen op 6 maart 1943 via kamp Westerbork op transport naar kamp Sobibor. Beiden zijn hier op 16-04-1943 omgekomen.
Dochter Clara kwam op 15 juli 1942 in kamp Westerbork. Zij ging pas op 25 januari 1944 op transport naar kamp Auschwitz, waar ze op 28-01-1944 werd omgebracht. Haar transport was uitgesteld met de vermelding ‘PIG’ en ‘Hellendall’. PIG betekende Portugees Israëlitische Gemeente. Er werd op een juridisch manier geprobeerd hen voor transport te behoeden door te bewijzen dat ze door eeuwenlange vermenging niet volbloed Joods zouden zijn. Deze redding bleek vaak van tijdelijke aard. Alfred Hellendall was inspecteur van de Joodse Raad te Westerbork.
Holocaust, evenals zijn kinderen Rebecca met haar gezin, Salomon, Maurits en Clara. En zijn broers en zussen Abraham, Elizabeth, Isaac, Eva, Sara, Levie en Jacob met grotendeels hun gezinnen. Het gezin van zoon Salomon overleefde de oorlog.Van de familie van zijn vrouw is een broer omgekomen.
Monument op de Dam en Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.