- Geboren 03-10-1889 te Rotterdam
- Overleden 01-12-1942 te Szczedrzyk, Polen – 53 jaar
- Z.v. Abraham Blazer, magazijnknecht, en Aaltjen Gobas
- Gehuwd in 1927 met Cornelia Frenk
- Geboren 25-04-1895 te Rotterdam
- Overleden 19-10-1942 te Auschwitz, Polen – 47 jaar
- D,v. Aron Frenk, koopman, en Rozetta van den Bergh
- Geboren 30-11-1928 te Rotterdam
- Overleden 19-10-1942 te Auschwitz, Polen – 13 jaar
Het gezin kwam begin september 1940 naar Oldenzaal, waar ze korte tijd woonden aan de Grootestraat 2 en vanaf half december 1940 aan de Kerkstraat 17. Arie was musicus/violist, zijn viool was zijn meest kostbare bezit. Deze heeft hij naar de familie Horsthuis gebracht. “Ik kom ’m weer ophalen, dat beloof ik”, zei hij. Hij overleefde de oorlog niet, zijn viool is al die jaren bewaard.
Arie had één zus. Zijn vader overleed in 1931 en zijn moeder in 1937 te Rotterdam. Cornelia kwam uit een gezin met zes kinderen, waarvan er enkele jong overleden. Haar vader overleed in 1922 en haar moeder in 1934 te Rotterdam.
Ze woonden voorheen aan de Mauritsstraat 59c te Rotterdam. Hun huis werd getroffen tijdens het grote bombardement van 14 mei 1940, waarbij ze alles kwijtraakten. Na een korte periode in een noodwoning kwamen ze naar Oldenzaal. De keuze voor Oldenzaal was niet zo vreemd aangezien zijn moeder uit Oldenzaal kwam en drie van haar zussen hier nog woonden. Hij was ook vernoemd naar zijn opa Arie, die sinds 1861 in Oldenzaal woonde.
Arie kwam op 28 augustus 1942 in het werkkamp ‘De Vanenburg’ te Putten. Van hieruit kwam hij rond 5 oktober 1942 in kamp Westerbork. Zijn vrouw en dochter kwamen hier op 6 oktober vanuit Oldenzaal. Ze werden op 16 oktober weggevoerd richting het concentratiekamp Auschwitz. Cornelia en haar dochter werden kort na aankomst omgebracht. Arie werd onderweg uit de trein gehaald.
Arie behoorde tot de zogenaamde Koselgroep. De deportatietrein naar Auschwitz stopte soms kort op het station van Kosel, circa 80 km van Auschwitz. Alle jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden er dan uitgehaald en gescheiden van de familieleden. Arie ging naar de staalfabriek in Malapane, Opper-Silezië. In het naburige dorp Szczedrzyk is hij begraven op de R.K. Begraafplaats in een massagraf van dwangarbeiders. Op 18 oktober 1989 is daar in aanwezigheid van een grote Nederlandse delegatie een gedenkteken ingewijd met de namen van 43 uit Nederland gedeporteerde joden. Ook de naam van Arie Blazer staat erbij.
Holocaustslachtoffers, evenals van Arie’s zus Leentje met haar gezin, en van Cornelia haar zussen Elizabeth en Catharina met hun gezinnen.
Monument op de R.K. Begraafplaats te Szczedrzyk.
Joods monument en Stolpersteine te Oldenzaal.
Nationaal Holocaust Namenmonument te Amsterdam.
Verhaal: Dagboek over de ondergang van de Oldenzaalse Joden – Fons Horsthuis