- Geboren 05-07-1887 te Dantumadeel
- Overleden 14-05-1945 te Texel – 57 jaar
- Z.v. Anne Jorna, timmerman, en Johanna van der Geest
- Gehuwd geweest met Martha Augusta Simond
Frans was van mei tot september 1904 kelner bij hotel Vastert. Daarna vertrok hij naar Dokkum. Zijn broer Leo was daar eerder ook werkzaam als kelner. Frans was de jongste uit het gezin met zes kinderen. Zijn vader was al in 1899 overleden, zijn moeder overleed in 1927.
In 1913 werkte hij in Frankrijk, waar hij zijn vrouw leerde kennen. Ze trouwden in mei 1914 en woonden in het Franse Chamonix, waar ook hun twee kinderen werden geboren. Dit huwelijk werd in 1920 ontbonden. Hij woonde tijdens de oorlog in Den Burg op Texel. Vijf jaar lang had Texel weinig hinder ondervonden van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel er een sterke Duitse bezetting was, overal bunkers waren gebouwd en honderden Texelse mannen naar Assen waren gedeporteerd, verliep het leven op Texel relatief rustig. Totdat in april 1945 de Georgische soldaten die meevochten aan Duitse zijde in opstand kwamen.
Toen de nederlaag van Duitsland zich aftekende, zette de legerleiding noodgedwongen troepen in die waren geformeerd uit krijgsgevangenen van het oostelijk front. Hiertoe behoorde ook het 822e Georgische infanteriebataljon dat op 6 februari 1945 naar Texel kwam. Dat bestond uit 800 Georgiërs en 400 Duitsers. Om aan de erbarmelijke omstandigheden tijdens hun krijgsgevangenschap te ontkomen, kozen veel Georgiërs min of meer noodgedwongen voor dienst in het Duitse leger. Anderen kozen er vrijwillig voor, in de hoop het communisme in hun vaderland te kunnen verdrijven. Toen het er naar uit zag dat de Duitsers de oorlog zouden verliezen, vreesden de Georgiërs voor hun leven: de Sovjets beschouwden alle soldaten, vrijwillig of niet, als landverraders.
Op 6 april zouden zij vertrekken om in Oost-Nederland te vechten tegen de geallieerden. De enige kans voor de Georgiërs om zich te rehabiliteren voor hun dienst in het Duitse leger was een opstand. Op 6 april om 01.00 uur ‘s nachts ging die van start, onder aanvoering van de Georgische commandant Schalwa Loladze. In de vroege ochtend waren al 450 Duitsers vermoord, meestal in hun slaap. Aanvankelijk liep de opstand gesmeerd. Op de Noord- en Zuidbatterij kregen de Georgiërs echter geen vat. Al snel stuurden de Duitsers versterking naar het eiland om de Georgische opstand de kop in te drukken. Uiteindelijk wisten de Duitsers na vijf weken bloedige strijd de Georgiërs er onder te krijgen.
In de strijd kwamen 565 Georgiërs, 120 Texelaars en ongeveer 800 Duitsers om het leven. De schade aan Texelse eigendommen was enorm. Hoewel Duitsland zich op 5 mei al onvoorwaardelijk had overgegeven, duurde de oorlog op Texel nog tot 20 mei. De Georgische Opstand wordt dan ook wel ‘Europa’s laatste slagveld’ genoemd. Op de Georgische begraafplaats Loladze op de Hoge Berg is een groot deel van de gesneuvelde en gefusilleerde Georgiërs begraven. De 228 overlevende Georgiërs zijn naar hun vaderland teruggekeerd.
Frans was één van de 120 omgekomen Texelaars.
Begraven: R.K. Begraafplaats te Den Burg, herbegraven op het Nationaal Ereveld te Loenen, vak A nr. 471
Oorlogsmonument te Texel.