- Geboren 12-07-1895 te Amsterdam
- Overleden 15-05-1941 te Amsterdam – 45 jaar
- D.v. Samuel de Boers, sigarenmaker, en Elisabeth Emmering
- Gehuwd geweest met Elias Levisson, fabrieksarbeider
- Weduwe van Leonardus Hofman, koopman galanterieën
- Gehuwd in 1932 met Theodorus Nicolaas Renting, grondwerker
Ze woonde van juni 1902 tot juli 1903 bij haar zus Jette Levisson-de Boers op nr. A 690 (Boterstraat) te Oldenzaal. Ook haar ouders en zus Schoontje hebben hier tijdelijk gewoond. Daarna vertrokken ze weer naar Amsterdam. Ze woonden eerder ook korte tijd in Antwerpen.
Celina trouwde in 1915 met Elias Levisson. Elias was de oudste stiefzoon van haar zus Jette, die in 1901 was getrouwd met de weduwnaar Mozes Levisson. Samen kregen ze vier kinderen. Ze woonden in Dordrecht en sinds 1918 in Zwijndrecht. In december 1921 werd de jongste zoon geboren. In mei 1922 volgde een echtscheiding, de rechtsgrond zou zijn ‘ontrouw van de bruid’. De drie oudste kinderen woonden sinds december 1921 bij de ouders van Elias.
Elias hertrouwde in juli 1922 met Anna Elisabeth Smol, dit huwelijk werd in mei 1923 alweer ontbonden. Hij verhuisde in maart 1924 naar Zwijndrecht. In augustus 1925 trouwde hij voor de derde maal, nu met Maria Woudhuijsen. Daarna kwamen zijn drie zoons uit het eerste huwelijk bij hen wonen. Net als bij zijn tweede vrouw bleef ook dit derde huwelijk kinderloos. Het echtpaar woonde na diverse verhuizingen uiteindelijk aan de Rotterdamseweg 22 te Zwijndrecht. Zijn zoon Mourits, de een na oudste zoon, was in mei 1940 gemobiliseerd als soldaat, na de overgave keerde hij terug naar Zwijndrecht.
De jongste zoon Johannes ging met zijn moeder mee. Celine kreeg in maart 1923 nog een zoon, David de Boers. Ze woonde daarna in Apeldoorn en sinds maart 1928 in Rotterdam. Ze trouwde in oktober 1932 met Leonardus Hofman, die bij het huwelijk David als zijn zoon erkende. Leonardus overleed twee maanden na hun huwelijk. Celina trouwde in november 1932 met Theodorus Renting. In november 1940 verhuisde ze naar de Sloterdijk 18b te Amsterdam. Hier is ze in mei 1941 overleden.
Mourits, de een na oudste zoon, was in mei 1940 gemobiliseerd als soldaat, na de overgave keerde hij terug naar Zwijndrecht. Nadat drie van haar zoons in augustus 1942 te Zwijndrecht waren opgepakt, besloten haar ex-man Elias en zijn vrouw onder te duiken en kwamen ze in Waddinxveen terecht. Hier werden ze begin september 1942 aan de Noordkade gearresteerd en aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd. Een anonieme brief op het gemeentehuis had hun onderduikadres verraden. Elias en zijn vrouw kwamen op 12 september 1942 in kamp Westerbork en gingen twee dagen later op transport naar het concentratiekamp Auschwitz, waar zijn vrouw kort na aankomst werd omgebracht en Elias twee maanden later is omgekomen.
De drie kinderen Samuel, Mourits en Herman waren al op 15 augustus in kamp Westerbork gekomen. Zij gingen op 17 augustus op transport naar kamp Auschwitz, waar ze op 30-09-1942 werden omgebracht. De jongste zoon Johannes kwam op 3-5 oktober 1942 in kamp Westerbork. Hij ging op 19 oktober op transport naar kamp Auschwitz, waar hij op 28-02-1943 overleed.
Haar kinderen Samuel, Mourits, Herman en zoon Johannes werden slachtoffers van de Holocaust. Evenals haar broer Juda en zussen Jette, Henriette en Schoontje met deels hun gezinnen. Haar laatste zoon David Hofman heeft waarschijnlijk de oorlog overleefd. Ook haar zus Esther overleefde met haar man de oorlog. Haar broer Mozes was al eerder overleden, zijn kinderen hebben de oorlog overleefd.
Stolpersteine voor haar drie oudste kinderen te Zwijndrecht.