- Geboren 18-11-1918 te Oldenzaal
- Overleden 04-09-1944 te Vught – 25 jaar
- Z.v. Joan Gelderman, textielfabrikant, en Grace Edith Fuhrken
Joan groeide op in villa ‘De Hulst’ aan de Bentheimerstraat bij Oldenzaal. Hij was de jongste van de vijf kinderen.
Tijdens de meidagen van 1940 was hij kornet bij het Korps Rijdende Artillerie (KRA) en vocht hij zowel op het Eiland van Dordt als rond de Moerdijkbruggen. Na de demobilisatie pakte Joan in Leiden zijn studie rechten weer op, die hij in 1942 met succes afrondde.
Joan was actief in het verzet. Al in 1941 begon hij met spionageactiviteiten voor de Inlichtingendienst (I.D.) en Intelligence Service (I.S.). Waarschijnlijk kwam Joan in het najaar van 1942 in aanraking met de Ordedienst (O.D.), hij werd verbindingsofficier en zette nieuwe O.D.-groepen op in Overijssel en Gelderland. Daarna begon Joan zijn eigen verzetsgroep. Hij hielp onder andere onderduikers, fabriceerde valse papieren en hij hielp piloten terug naar Engeland. Hij was waarschijnlijk voor nog veel meer verzetsactiviteiten verantwoordelijk.
Eind 1943 begin 1944 kwam Joan in contact met twee agenten van de S.D. die zich voordeden als verzetsmensen. Ze vertelden hem dat ze piloten naar Parijs konden smokkelen en om Joans vertrouwen te winnen zorgden ze ervoor dat er een aantal piloten daadwerkelijk in Parijs aankwam. Desondanks vertrouwde Joan de mannen niet en gaf hij hen valse informatie. Bij een volgende afspraak in Utrecht bleek het station bij aankomst te zijn afgezet, Joan stuurde toen iemand anders vooruit. Maar de volgende dag werd Joan alsnog opgepakt.
Via de ‘Polizeigefängnis’ in Utrecht en het ‘Oranjehotel’ te Scheveningen kwam Joan op 21 juni 1944 in kamp Vught, waar hij op 4 september 1944 door de Duitsers werd gefusilleerd.
Joan kreeg postuum het Verzetskruis toegekend.
Gedenksteen in de kapel op de Tankenberg en in het gemeentehuis te Oldenzaal.
Plaquette Leidse Universiteit.
* Ook zijn broers Chris en Tony waren actief in het verzet. De middelen van verzet bestonden onder meer uit het traineren van productietempo, het achterhouden van kwalitatief hoogwaardige produkten en het afgeven van verblijfsvergunningen aan arbeiders om deportatie naar de Duitse industrie te voorkomen. De directeuren namen allen deel aan de illegaliteit. Tony Gelderman was evenals zijn oudere broer Chris enige tijd krijgsgevangene. Vanaf september 1944 moest Tony onderduiken. Zijn jongere broer Joan werd in die maand als verzetsstrijder gefusilleerd. Tony verbleef met zijn gezin op de boerderij van de familie Scholten in Volthe. Bij razzia’s werd hij samen met andere onderduikers ‘verstopt’ in het drassige Voltherbrook. Chris keerde na de oorlog ziek en getraumatiseerd terug uit de kampen. Ook de zussen Clara en Molly steunden het verzet. Clara deed werk vanuit Londen en Molly bood in het Brabantse Waalre onderdak aan Joodse onderduikers. Joan senior en zijn jongere broer Herman woonden toen op het kantoor, omdat hun woningen door de Duitsers in beslag waren genomen.
Verhaal over de herdenkingssteen en de familie Gelderman